Portefeuillehouder
H.J. Hofstra
Middelen
7.5 Reserves | Rekening 2019 | Begroting 2020 na wijziging | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | ||||||
Lasten | 85.170 | 98.043 | 84.814 | 76.088 | 70.173 | 53.540 | ||||||
Baten | -78.712 | -112.347 | -90.369 | -75.830 | -67.856 | -49.569 | ||||||
Saldo | 6.458 | -14.304 | -5.555 | 258 | 2.316 | 3.971 | ||||||
Kader (saldo voor Perspectievenbrief) | -14.304 | 3.732 | 7.414 | 8.713 | 9.218 | |||||||
Verschil t.o.v. kader | -9.287 | -7.156 | -6.397 | -5.248 | ||||||||
1 | Brede Bestemmingsreserve | -400 | -235 | 0 | 0 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2 | Procesgelden gebiedsontwikkeling | -750 | 0 | 0 | 0 | |||||||
3 | p-MJP/POP | 0 | -500 | -158 | 1.912 | |||||||
4 | Egal. res. activ. vervangingsinv. | 216 | 214 | -123 | -525 | |||||||
5 | Almere 2.0 | -8.971 | -6.700 | -6.700 | -6.700 | |||||||
6 | Mobiliteit | -25.978 | -2.174 | -16.342 | 564 | |||||||
7 | Dekking afschrijvingslasten | 26.596 | 2.240 | 16.927 | -498 | |||||||
x € 1.000 |
Toelichting
In bijlage B is per reserve een specificatie opgenomen van de geraamde stortingen en onttrekkingen in het jaar 2021. Onderstaand zijn op hoofdlijnen de mutaties ten opzichte van het financieel kader toegelicht.
1. Brede Bestemmingsreserve
Het verschil ten opzichte van het kader voor 2021 wordt met name veroorzaakt door onttrekkingen voor de ingebruikname van het paviljoen en het programma cofinanciering waterprogramma. De ingebruikname is voorzien in 2021, waardoor de afschrijving op basis van de financiële verordening zal starten vanaf 2022.
De mutaties voor contrafinanciering waterprogramma vloeien voort uit het gewijzigde kasritme voor het waterprogramma op basis van de huidige voortgang (zie programmaonderdeel 2.2).
2. Procesgelden gebiedsontwikkeling
Dit betreft de onttrekking aan deze reserve ter dekking van de procesgelden voor Amsterdam Lelystad Airport, MITC, Regiodeal Noordelijk Flevoland, Oostvaardersoevers, Markermeer-IJmeer en de Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland (zie programmaonderdeel 3.2).
3. p-MJP/POP
Op basis van onze prognose voor de reguliere cofinanciering POP3, is de financiële impact op de meerjarenraming verwerkt. Het begrotingskader voor het cofinancieringsbudget in 2022 tot en met 2024 is daardoor geactualiseerd. De binnen het reguliere programma nog te betalen cofinanciering in die jaren is € 6,75 mln. Vanaf 2024 wordt rekening gehouden met reguliere jaarbudget van € 0,43 mln. waardoor het kader in dat jaar kan worden verlaagd. Deze actualisatie heeft geen effect op het begrotingsresultaat, omdat de cofinanciering vanuit de reserve POP3 wordt onttrokken.
4. Egalisatiereserve vervangingsinvesteringen infrastructuur
Deze reserve heeft betrekking op de instandhouding van bestaande provinciale infrastructuur op de afgesproken kwaliteitsniveaus (zie ook programmaonderdeel 6.3). De budgetten voor het jaarlijks onderhoud zijn aangepast op basis van actuele inzichten, zoals ook opgenomen in de Strategische Uitvoeringsplannen (SUP 2.0). Dit wordt gedekt uit deze reserve, waarvoor in de reserve voldoende vrije middelen beschikbaar zijn. Het restant van de mutatie betreft wijzigingen in de kapitaallasten die voortvloeien uit de geactualiseerde Staat van Activa, gebaseerd op de huidige bestedings- en investeringsplannen.
5. Almere 2.0
Deze mutatie heeft betrekking op de provinciale bijdrage in 2021 aan het FVA voor de uitvoering van het jaarprogramma 2021.
6. Mobiliteit
Het verschil tussen de beschikbare middelen voor mobiliteit (voornamelijk uit het Provinciefonds) en de daaruit te dekken exploitatielasten en investeringen wordt jaarlijks geëgaliseerd via deze reserve. Op basis van het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (p-MIRT, bevat onder andere investeringsvolume per project en fasering) en de geactualiseerde exploitatiebudgetten (zie programma 6) zijn de reservemutaties aangepast. De voor de investeringen in het p-MIRT geraamde bedragen (onder aftrek van bijdragen van derden) worden vanuit deze reserve overgeheveld naar de reserve Dekking afschrijvingslasten ter dekking van de toekomstige kapitaallasten (volgnummer 7, zie hieronder). Per saldo beïnvloeden deze mutaties de begrotingsruimte niet.
7. Dekking afschrijvingslasten
Bijdragen uit reserves mogen niet direct in mindering worden gebracht op het te activeren bedrag van investeringen. Dit leidt tot hogere kapitaallasten. Op basis van het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport worden de geraamde bijdragen uit de Brede Bestemmingsreserve en Mobiliteit (volgnummer 6, zie hierboven) gestort in de reserve Dekking afschrijvingslasten, zodat in de toekomst de hogere kapitaallasten hieruit gedekt kunnen worden. De geraamde bedragen zijn aangepast op basis van het geactualiseerde p-MIRT (onder andere ten aanzien van investeringsvolume per project en fasering). Per saldo beïnvloeden deze mutaties de begrotingsruimte niet.