Mede als gevolg van investeringen en het verstrekken van bijdragen in grote projecten wordt verwacht dat de beschikbare hoeveelheid middelen de komende jaren daalt. Het voorspellen van de renteopbrengsten in de toekomst is in beperkte mate mogelijk en afhankelijk van de feitelijke ontwikkeling van de rentestand en de liquiditeitenomvang.
Voor de inschatting van het rendement over 2021 zijn we uitgegaan van de volgende aannames en uitgangspunten:
- De gemiddelde omvang van de liquide middelen in 2021 bedraagt € 77 mln.
- Daarnaast is gemiddeld € 12,4 mln. uitgeleend aan gemeenten (lopende contracten) tegen een gemiddeld rendement van 0,6% en gemiddeld € 8,8 mln. aan leningen verstrekt vanuit de publieke taak tegen een gemiddeld rendement van 0,02% (het grootste deel hiervan is renteloos verstrekt).
- De beschikbare liquide middelen zullen worden uitgezet op basis van de liquiditeitenplanning;
- De rentevisie voor 2021 is:
- 0,00% per jaar voor rente rekening-courant bij de schatkist;
- -0,40% per jaar voor rente Onderhandse Leningen Publieke Sector looptijd 1 jaar;
- -0,10% per jaar voor rente Onderhandse Leningen Publieke Sector looptijd 5 jaar/fixe;
- 0,15% per jaar voor rente Onderhandse Leningen Publieke Sector looptijd 10 jaar/fixe;
- 0,05% per jaar voor rente Onderhandse Leningen Publieke Sector looptijd 10 jaar/lineair.
Op grond van deze aannames gaan wij voor het jaar 2021 uit van een totaalsaldo aan middelen van € 98,2 mln. en een renteopbrengst van € 77.000 (leningen aan gemeenten) en € 1.500 (leningen vanuit publieke taak), gebaseerd op lopende leenovereenkomsten.
Onderstaande tabel geeft meerjarig inzicht in de omvang van de middelen en het rendement.
Tabel 4.1: Omvang en rendement middelen
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Prognose | Prognose | |
Omvang middelen gemiddeld (x € 1.000) | 164.000 | 173.000 | 162.000 | 138.000 | 107.000 | 98.200 |
Rendement (%) | 0,12% | 0,11% | 0,09% | 0,08% | 0,10% | 0,08% |
Risicobeheer
Het vigerende beleid binnen de provincie Flevoland geeft aan dat wij prudent omgaan met de financiële middelen. Wij trekken geen gelden aan om deze tegen een hoger rendement uit te zetten (bankieren). De provincie heeft geen leningen aangetrokken en een positief rekening courant saldo. In het huidige treasurystatuut worden vier risico’s onderkend waarbij de volgende maatregelen zijn getroffen:
Tabel 4.2: Risico’s en maatregelen
Risico | Omschrijving | Maatregel |
---|---|---|
Renterisico | De kans dat rentewijzigingen nadelige financiële gevolgen hebben. | Dit gebeurt door gedurende het jaar de ruimte boven/onder de limiet te monitoren. |
Valutarisico | Positieve dan wel negatieve gevolgen van koersschommelingen wanneer er gehandeld wordt met andere munteenheden dan de euro. | Er wordt uitsluitend gehandeld met de euro als munteenheid. Dit risico is dan ook uitgesloten. |
Krediet-risico | De kans dat een debiteur de hoofdsom niet terugbetaalt als gevolg van betalingsproblemen en/of een faillissement. | Sinds 2014 worden al onze middelen, op het drempelbedrag van ca. € 2,1 mln. na, aangehouden bij de schatkist dan wel zijn/worden deze in het kader van onderling lenen uitgeleend aan medeoverheden. Het risico van niet terugbetalen is hierbij (nagenoeg) nihil. Voor reguliere debiteuren wordt een adequate incassoprocedure toegepast. Waar zich financiële risico’s voordoen worden deze tijdig afgedekt. |
Liquiditeit-risico | De kans dat erop korte en/of lange termijn te weinig liquide middelen voorhanden zijn om te kunnen voldoen aan de betalingsverplichtingen. | Er is ook dit jaar gewerkt met een versoberde (meerjarige) liquiditeitenplanning voor de komende jaren. Hierin zijn de uitgaven en inkomsten (vertaald naar geldstromen) zoveel als mogelijk op elkaar afgestemd. Gegeven de ambities voor de komende jaren kan het nodig zijn op enig moment financieringsmiddelen aan te trekken ter voorkoming van liquiditeitstekorten. |