Begroting 2021

Begroting

Uiteenzetting financiële positie

2.1 Uitgangspunten voor de Programmabegroting 2021

De basis voor de Programmabegroting 2021 is het financieel kader, bestaande uit de tot en met de peildatum van de begroting (1 juli 2020) vastgestelde begrotingswijzigingen. In 2020 hebben er geen algemene beschouwingen op basis van de perspectiefnota plaatsgevonden. De Planning & Control -cyclus verloopt dit jaar anders dan andere jaren. Dit vanwege de vele onzekerheden die de coronacrisis en andere ontwikkelingen zoals de stikstofproblematiek en woningbouwopgave met zich meebrengen. Deze en andere  ontwikkelingen vragen om een integrale heroriëntatie op het provinciale beleid voor de eerstkomende jaren. Zodoende is in overleg met PS besloten eenmalig de Zomernota en Perspectiefnota te laten vervallen en een ‘brede’ Najaarsnota 2020 uit te brengen. Deze Najaarsnota zal, naast een rapportage over afwijkingen in 2020, ook keuzes en voorstellen bevatten voor de jaren 2021-2024. De besluiten over de Najaarsnota 2020 zullen dan ook van invloed zijn op de Programmabegroting 2021 en zullen via een 1 e begrotingswijziging 2021 daarin worden verwerkt. Een en ander is nader toegelicht in de Perspectievenbrief die op 24 juni jl. in PS is behandeld. Autonome ontwikkelingen zijn in deze begroting zichtbaar verwerkt en van een nadere toelichting voorzien (indien > € 100.000). Dit betreft o.a. de actualisatie van de ramingen voor de uitkering Provinciefonds en opcenten MRB. Daarnaast zijn de structurele financiële effecten van het Coalitieakkoord 2019-2023 in deze begroting verwerkt. Conform vigerend beleid zijn begrotingsmutaties die ten laste of ten gunste van de begrotingsruimte komen verrekend met de stelpost 'Nieuw Beleid'.

Nieuwe inzichten 2021-2024

De volgende nieuwe inzichten zijn verwerkt in de begroting:

Autonome ontwikkelingen
Het is gebruikelijk dat in de perspectiefnota het financieel perspectief voor de eerstvolgende begroting wordt geschetst. Hierin worden onder andere autonome ontwikkelingen verwerkt, bijvoorbeeld de actualisatie van het Provinciefonds op basis van de laatste circulaire en de bijstelling van de opcenten MRB op basis van een actueel voertuigbestand. Daarnaast kunnen autonome ontwikkelingen zijn opgenomen die bijvoorbeeld het gevolg van zijn van wijzigingen in kasritmen van grote projecten of onvermijdelijke lasten als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving. Deze perspectiefnota vormt dan de basis voor de later dat jaar op te stellen programmabegroting.

De Planning & Control -cyclus verloopt dit jaar echter anders dan andere jaren. Dit vanwege de vele onzekerheden die de coronacrisis en andere ontwikkelingen zoals de stikstofproblematiek en woningbouwopgave met zich meebrengen. Deze en andere  ontwikkelingen vragen om een heroriëntatie op het provinciale beleid voor de eerstkomende jaren. In overleg met PS is besloten eenmalig de zomernota en perspectiefnota te laten vervallen en een ‘brede’ Najaarsnota 2020 uit te brengen. Deze Najaarsnota zal, naast een rapportage over afwijkingen in 2020, ook keuzes en voorstellen bevatten voor de jaren 2021-2024. De besluiten over de Najaarsnota 2020 zullen dan ook van invloed zijn op deze Programmabegroting 2021 en zullen via een 1 e begrotingswijziging 2021 daarin worden verwerkt. Een en ander is nader toegelicht in de Perspectievenbrief die op 24 juni 2020 in PS is behandeld. De autonome ontwikkelingen, die normaliter dus in de perspectiefnota en daarmee het financieel kader verwerkt zouden zijn, zijn daarom nu in deze begroting verwerkt. Zie hiervoor de verschillenanalyses (onderdeel 'middelen') van de desbetreffende programmaonderdelen, waar de verschillen > € 100.000 van een nadere toelichting zijn voorzien. Het totale effect van deze mutaties op het begrotingssaldo 2021 bedraagt € 2,0 mln. voordelig (zie detail verloopoverzicht 'Nieuw Beleid' in tabel 1.11).

Begrotingseffecten nieuwe inzichten
In paragraaf 1.1 is een totaaloverzicht opgenomen van het verloop van de stelpost 'Nieuw Beleid'. Deze stelpost is gewijzigd als gevolg van het verwerken van autonome ontwikkelingen. Daarnaast zijn er ontwikkelingen en nieuwe inzichten die zijn ontstaan bij het opstellen van de Programmabegroting 2021. Voor zover deze geen relatie hebben met bestaande reserves zijn deze van invloed op het financieel perspectief. Dit zijn in de meeste gevallen effecten die voortvloeien uit bestaand beleid en van technische aard zijn, maar die wel effect hebben op de begrotingsruimte en/of aanwezige stelposten. Deze mutaties zijn bij de verschillenanalyse van de desbetreffende programmaonderdelen van een toelichting voorzien (indien > € 100.000). De niet resultaatneutrale begrotingsmutaties zijn daarbij conform vigerend beleid ten laste of ten gunste van de stelpost 'Nieuw Beleid' gebracht. Per saldo is het effect van deze begrotingsmutaties nihil.

Eindbeeld

Op basis van de hiervoor genoemde ontwikkelingen kan worden geconcludeerd dat we een sluitende Programmabegroting 2021 kunnen presenteren. Ook de Meerjarenraming 2022-2024 is sluitend.

Deze pagina is gebouwd op 10/28/2020 11:34:53 met de export van 10/12/2020 13:27:27