2.8 Financiële diagnose en kengetallen
Financiële diagnose
Jaarlijks laten we een externe partij (Deloitte) een beoordeling maken van onze financiële positie. Dit is vormgegeven in de vorm van een financiële diagnose (benchmark), die jaarlijks wordt geactualiseerd. In de diagnose wordt een aantal gegevens over de financiële positie van de provincie vergeleken met andere provincies en afgezet tegen algemeen geaccepteerde landelijke normen. De analyse 2020 heeft betrekking op de cijfers uit de jaarrekeningen over 2019 en de programmabegrotingen voor 2020 van de provincies.
Tabel 1.21: Historisch verloop totaalbeeld Flevoland
Scores | Jaarverslag 2018 / | Jaarverslag 2019 / |
---|---|---|
Gunstiger ten opzichte van het gemiddelde | 7 | 7 |
Gemiddeld | 6 | 4 |
Ongunstiger ten opzichte van het gemiddelde | 0 | 2 |
In zijn algemeenheid is het oordeel dat provincie Flevoland een goede financiële positie heeft; de indicatoren zijn over het algemeen overeenkomstig of gunstiger dan het gemiddelde van alle provincies (twee maal lager dan het gemiddelde). De waardering is licht gedaald ten opzichte van vorig jaar. In de hierna volgende tabel worden de scores op de benoemde elementen vermeld en kort toegelicht.
Tabel 1.22: Waardering financiële positie
Standaardelement | Waardering | Toelichting |
---|---|---|
Provinciale opcenten | Gemiddeld | Belastingtarief ligt tegen het landelijk gemiddelde; additionele bron van weerstandscapaciteit aanwezig. |
Weerstandsvermogen | Lager dan het gemiddelde | Weerstandsratio van 1,2 blijft binnen bandbreedte van 1,1 - 2,0. Ratio gedaald ten opzichte van 2018 met 1,4. |
Schuldpositie | Gunstig | Debt ratio (schulden kort en lang in % van balanstotaal) is toegenomen ten opzichte van 2018 van 18% naar 13%. |
Aanwending externe financiering | Gemiddeld | Er is geen sprake van lang vreemd vermogen; provinciale voorzieningen zijn volledig gefinancierd met eigen vermogen. |
Reservepositie | Gemiddeld | Lager ten opzichte van andere provincies en de referentiegroep. |
Verhouding activa / reserves | Gemiddeld | Ten opzichte van andere provincies liggen de met inwoners nog te verrekenen kapitaallasten hoger. Het bedrag per inwoner bedraagt € 275. |
Gespaard voor onderhoud | Gunstig | Onderhoudsvoorziening aanwezig in tegenstelling tot 8 andere provincies die de pieken in uitgaven voor het groot onderhoud moeten opvangen in de begroting. |
Garant- en borgstellingen | Gunstig | Relatief laag bedrag aan garantstellingen. |
Rentelasten | Gunstig | Geen lang vreemd vermogen; geen rentekosten. |
Grondexploitaties | Gunstig | Geen actieve grondexploitaties, geen risico's maar ook geen rendement. |
Investeringen | Gunstig | Materiële vaste activa nemen naar verwachting toe met ca. € 50 mln. ten opzichte van de realisatie 2019. Hogere afschrijvingslasten zijn structureel gedekt in meerjarenbegroting. |
Begroting 2019-2022 | Gunstig | Eigen vermogen neemt af met circa € 14 mln., begroting is structureel sluitend. |
EMU-saldo 2018-2021 | Lager dan het gemiddelde | Gemiddeld lager ten opzichte van andere provincies. Voor 2020 wordt een negatief EMU-saldo verwacht van € 60 mln. |
Financiële kengetallen BBV
In dit onderdeel worden aanvullende financiële kengetallen weergegeven, zoals voorgeschreven door het BBV. Deze kengetallen maken inzichtelijk in welke mate de provincie over voldoende financiële ruimte beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Gezien hun karakter maken ze onderdeel uit van de financiële diagnose van de provincie. Vanwege de uniform voorgeschreven berekeningswijze kunnen de waarden desgewenst worden vergeleken met die van andere provincies.
Tabel 1.23: Financiële kengetallen BBV (in %)
Rekening | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | |
Netto schuldquote | -63% | -31% | 12% | 17% | 17% | 7% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | -78% | -45% | 2% | 7% | 9% | 1% |
Solvabiliteitsratio | 77% | 77% | 78% | 82% | 80% | 82% |
Grondexploitatie | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Structurele exploitatieruimte | 8% | 1% | 3% | 0% | 3% | 3% |
Opcenten | 98% | 97% | 98% | 98% | 99% | 99% |
Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Dit kengetal weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de provincie ten opzichte van de eigen middelen.
Het geeft daarmee aan in hoeverre de provincie in staat is haar schulden terug te betalen (hoe lager, hoe beter). De netto schuldquote van de provincie Flevoland bedraagt naar verwachting 12% positief in 2021. Na correctie voor de verstrekte leningen ligt het percentage op 2% positief. Naar verwachting stijg de ratio doordat de komende jaren een groot deel van de eigen liquiditeiten wordt ingezet voor de financiering van grootschalige infrastructurele- en investeringsprojecten.
Solvabiliteit
De solvabiliteit is de verhouding van het eigen vermogen (reserves) ten opzichte van het totale vermogen, uitgedrukt in een percentage. Dit weerspiegelt de mate waarin de provincie in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio hoe groter deel van de activa gefinancierd is met eigen middelen. Voor provincie Flevoland stijgt het solvabiliteitspercentage naar 78% in 2021. De oorzaak van deze stijging ligt met name in de toename van de bestemmingsreserve voor het dekken van de afschrijvingslasten van (nieuwe) investeringen. Een interprovinciale vergelijking op basis van de begrotingen 2020, laat zien dat de gemiddelde solvabiliteit van alle provincies naar verwachting voor de jaarschijf 2021 68% is (mediaan: 65%).
Grondexploitatie
In het kengetal voor grondexploitatie dienen gronden te worden opgenomen die als ‘voorraad’ bouwgronden op de balans zijn opgenomen. Dit om inzicht te geven in de terug te verdienen boekwaarde van de gronden bij verkoop of exploitatie. De provincie Flevoland voert zelf geen bouwgrondexploitatie uit. Het kengetal heeft daarom de waarde 0. De gronden van de provincie Flevoland die op de balans staan, zijn overeenkomstig de verslaggevingsregels opgenomen als materiële vaste activa. Deze zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, welke lager is dan de huidige marktwaarde.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en de inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting. Bij structurele lasten gaat het om de lasten die worden gemaakt voor het uitvoeren van structureel/meerjarig beleid, om bedrijfsvoeringslasten en kapitaallasten. Stortingen in en onttrekkingen aan reserves zijn in beginsel incidenteel en hebben alleen een structureel karakter wanneer ze bedoeld zijn om structurele lasten te dekken of wanneer de reserve een egaliserende functie of een financieringsfunctie voor investeringen heeft. Uit het kengetal (> 0) blijkt dat de structurele baten in 2021 en latere jaren (licht) hoger zijn dan de structurele lasten.
Opcenten
Dit kengetal is het percentage opcenten dat de provincie heft ten opzichte van het landelijk gemiddelde percentage. Het geeft aan hoeveel relatieve ruimte de provincie heeft om de inkomsten uit de opcenten te verhogen om zo de structurele baten te verhogen (onbenutte belastingcapaciteit ten opzichte van het landelijk gemiddelde). Uit het percentage blijkt dat de hoogte van de opcenten van de provincie relatief dicht bij het gemiddelde ligt. Een nadere toelichting is opgenomen in de paragraaf Lokale heffingen.